Geen printer?
Na mijn ontbijt reizen Steve en ik naar het kantoor. We moeten nog de presentatie printen en andere dingen die we vanmorgen uitdelen aan de klant. Vandaag gaan we naar het kantoor van Hyder, het adviesbureau uit de UK dat de stad Jeddah heeft ingehuurd om de vier projecten aan te besteden en te begeleiden. Uiteraard hebben we op het moment suprême problemen om de draadloze printer aan de praat te krijgen. Dat is altijd zo als de wet van Murphy om de hoek komt kijken. Maar deze printer blijkt ook e-mails te kunnen verwerken! De eerste PDF rolt er geprint en wel uit – dat is dus de manier in dit kantoor… Om 11 uur hebben de we afspraak op het kantoor van Hyder, dat in het stadhuis gehuisvest is. Het stadhuis staat aan de andere kant van de stad en is een half uur rijden; zegt Ghylem, onze chauffeur. Natuurlijk is deze zondag hier een gewone werkdag en is het (weer) druk in de stad; alsof het een maandagmorgen in Nederland is.
Niet welkom?
Er is hier geen hoofdingang of ingang voor bezoekers. De ‘voordeur’ is alleen voor de burgemeester in het pand aangebracht. Wij moeten via de parkeergarage en meelopen met de stroom ambtenaren We lopen met hen mee en gaan via een achteraf deurtje naar binnen. Je zou het bij een eerste bezoek niet direct vinden, maar Ghylem wijst ons de weg. Er is hier ook geen receptie in het stadhuis waar je je aanmeldt en de gastheer je ophaalt. Nee, hier zit een bewaker die medewerkerspasjes “controleert” of de “uitnodigingspapieren” voorzien van stempels en handtekeningen wil zien (die we enkele dagen voorafgaand aan het bezoek eigenlijk hadden moeten regelen, maar niet wisten dat dat moest). Beide toegangs-bewijzen hebben we niet en dat blijkt ook niet erg te zijn. Van Rogier begreep ik dat niemand die papieren heeft omdat het teveel gedoe is. Bezoekers en ambtenaren lopen gewoon door langs de bewaker; die kijkt niet eens…. Dus ook wij lopen met een stalen gezicht door het poortje en we zijn binnen! We gaan met de lift naar de 10e etage. In de lift staan allemaal Saoediërs met baarden en snorren in witte jurken en rood-witte hoofddoeken op. Steve en ik voelen dat we uit de toon vallen met ons colbert en stropdas. Best warm eigenlijk, ineens lange mouwen en een stropdas omgeknoopt. Op etage 8 stapt nog iemand in en zegt ‘yawmoeka said’. De hele lift, behalve Steve en ik, antwoorden vrij hard in koor ‘yawmoeka said’ - goedemorgen. Steve en ik kijken elkaar aan. OK, dat is dus gebruik hier.
We stappen om 11.15 uur het kantoor van Hyder binnen. Ze huren een deel van deze etage en we staan direct op de werkvloer waar 10 mensen onverstoord doorwerken. Niemand kijk op en niemand vraagt met wie we een afspraak hebben. OK, toch even afstappen op zo’n doorwerker en we worden mee genomen naar de hoek van de L-zaal. Nog zo’n zaal met doorwerkers en aan het eind ervan staat een hok met daarin de baas, Brett. Een forse man uit Wales (Steve heeft hem even gecheckt op LinkedIn) die de boel hier duidelijk onder controle heeft. We maken kennis. De eerste vraag van hem is of we een beamer nodig hebben. Ja dus. Die hebben ze niet. OK, in een kantoor met zo’n 30 man (ook hier geen vrouwen) is dus geen beamer beschikbaar?? Vreemd.
Maar, er kan wel een beeldscherm geregeld worden…. Ja, prima – doe dat dan maar. Ergens van een nog leeg bureau wordt een beeldscherm losgetrokken en wij lopen alvast naar het vergaderzaaltje. We starten de boel op en zijn binnen enkele minuten klaar. Waar blijft de rest? Naast Brett verwachten we nog drie mensen, maar niemand komt opdagen, ook Brett is verdwenen. We wachten en wachten en kijken de zaal met doorwerkers over. Waar blijven die lui en waarom laten ze hun gasten wachten? Is het tactiek? Is het laten zien wie de baas is? OK, daar komen ze (pas). We starten dus daadwerkelijk om 11.30 uur. Gastheerschap moeten ze echter nog leren. Geen kan koffie of thee, zelfs geen fles water voor de dorst. Ik krijg langzaam warme oksels in dit jasje met dasje.
Steve doet de introductie en Brett hakt er meteen vijf minuten op in. Of we weten hoe het er hier aan toegaat en dat de infrastructuur in Jeddah grote aanpassingen nodig heeft en dat hij veel van ons als
verkeersveiligheidsauditors verwacht. De toon is gezet. We lopen onze presentatie door en blijken wat open deuren in te trappen; iets dat Steve in de introductie al heeft aangegeven. Er schuift ineens een vijfde man aan. OK, welkom. Er ontstaat toch een levendige discussie over wat wij denken dat nodig
is en de vijf mannen onderschrijven dat gelukkig. Er blijkt toch iets van een gezamenlijk doel te zijn: verbetering van de huidige infrastructuur en van de verkeersveiligheid. Ook wordt onderkend dat de rijopleiding, educatie en het verkeersgedrag van de Jeddah-ers moet veranderen én de politie meer moet
handhaven en bonnen uitdelen. Gedurende het overleg voel ik m’n oksels steeds meer gaan klotsen. Wat heb ik het warm. Maar tegen het einde van de presentatie nog m’n jasje uitdoen? Dat doe ik natuurlijk niet.
Geen kamelen?
Vanmiddag heb ik eindelijk even vrijaf. Het werk is gedaan. Ik turf de dagen: vanaf maandag 5 mei tot vandaag, zondag 18 mei heb ik geen weekend gehad. Morgen vlieg ik terug naar huis en dinsdag 20 mei is om 9 uur alweer de eerstvolgende afspraak. Ik neem mij voor om a.s. woensdag m’n vrije tijd in te halen. Het wordt anders te gek.
Op de terugweg stappen Steve en ik uit bij de Red Sea Mall om wat souvenirs te zoeken. De Mall is zo groot dat we eigenlijk verdwalen maar tijdens het verdwaalt zijn vinden we dan toch de enige winkel waarnaar we op zoek waren. Tevreden lopen we naar buiten en mijn bril beslaat van het temperatuurverschil en groot verschil in luchtvochtigheid. Bij de weg langs de Mall rijden normaal veel taxi’s maar nu niet. We besluiten dan maar te gaan lopen (20 minuten in de warmte is niet zo aantrekkelijk vooruitzicht) maar gelukkig komt er na 5 minuten lopen toch een taxi aan. We stappen in en vragen de prijs voor de korte rit (4 á 5 minuten). De taxichauffeur vertelt dat het een ‘vrije gift’ is omdat hij toch al de kant op reed die wij op moeten. Ondertussen laat jij vallen dat hij de taxi dagelijks huurt van de firma voor 140 SAR (± €25,-) en maar moet zien dat hij dat geld er dagelijks uithaalt. We sponseren hem met 10 SAR (± €2,-) voor de rit en hij is tevreden.
In het appartement pak ik m’n koffers al zo ver mogelijk in. Straks ga ik met Rogier mee naar het Britse Consulaat. Daar is een ‘Wellfare-meeting’ en ik ben nieuwsgierig hoe dat er uit ziet. Dit is de verdekte term om bijeen te komen met geloofsgenoten in Jeddah die niet in de moskee komen. Het consulaat is
Brits grondgebied en stelt de zaal beschikbaar. Vooraf ben ik door Rogier aangemeld omdat ze willen weten wie er binnen stapt. De meeting is hartelijk en open. We zingen en luisteren. Dit uur vormt een mooie afsluiting van deze week.
Om 21.00 uur gaan we met z’n vieren nog even eten in de Red Sea Mall en om 22.30 uur duik ik m’n bed in. Morgen om 3.40 uur gaat de wekker. Om 4 uur staat Ghylem op de stoep en om 6.15 uur gaat het vliegtuig. Het is warm in m’n slaapkamer. Vanmorgen ben ik vergeten de airco op 21 graden te zetten. Het is nu zweten en moeilijk de slaap te vatten…