Eisen: Wanneer is een rotonde een turborotonde?
Coypright afbeelding: www.CROW.nl
De eisen die gesteld worden om van een turborotonde te mogen spreken zijn verdeeld in vier essentiële eisen (a t/m d) en twee aanvullende eisen (e en f) [bron: CROW-publicatie nr. 257 "Turborotondes"].
Hieronder een korte toelichting bij a. t/m f.:
a: Indien verkeer op geen van de takken aan twee rotondestroken voorrang hoeft te verlenen is sprake van een enkelstrooksrotonde of rotonde met bypasses. De twee rijstroken waaraan voorrang moet worden verleend zien er als één geheel uit, dus geen breed gedeelte ertussen waar een auto zou kunnen wachten.
b: Voorrang moeten verlenen aan verkeer op drie rijstroken is ingewikkeld en voor veel weggebruikers niet meer te overzien. Daarom worden bij dergelijke grote rotondes verkeerslichten geplaatst. Bij een turborotonde wordt aan verkeer op maximaal twee rijstroken voorrang verleend.
c: Het verhoogde bandje zorgt ervoor dat iedereen een eigen rijstrook heeft en niet meer wisselt op de rotonde. Snij- en weefconflicten zijn daardoor verleden tijd. Helaas is een rondje rijden op de turborotonde niet meer uit alle richtingen mogelijk.
d: Auto’s worden geleidelijk via spiraalbelijning van binnen naar de buiten gebracht waardoor afsnijden van anderen niet meer kan voorkomen. De soepele rijlijn tussen de verhoogde bandjes leidt tot een maximum snelheid op de turborotonde van tussen 35 en 40 km/h.
e: Dubbele afrijstroken zijn nodig voor een hoge capaciteit. Soms kunnen ze vervallen omdat rechtdoorgaand verkeer beperkt is en is één afrijstrook voldoende. Voor de fietsers is dat gunstig omdat de oversteek wordt beperkt tot één rijstrook per keer en de beslissing over te steken wordt vereenvoudigd.
f: Bij elke tak moet de weggebruiker op de buitenste rijstrook kunnen kiezen om de turborotonde te verlaten of door te rijden. Verkeer op de binnenste rijstrook kan bij het volgende segment deze keuze maken.
Uit deze eisen blijkt dat de weggebruiker vóór de turborotonde de juiste rijstrook moet kiezen om rechtsaf, rechtdoor of linksaf te rijden. Dit noodzakelijke gedrag is gelijk aan kruispunten met verkeerslichten waar ook moet worden voorgesorteerd. Natuurlijk is er een groot verschil met enkelstrooks- of tweestrooksrotondes. Bij deze twee wordt de keuze pas op de rotonde gemaakt. Dit is voor verkeersdeelnemers bij turborotondes vaak even wennen. Lees hier hoe je op een turborotonde moet rijden.
De belangrijkste elementen van een turborotonde zijn gemakkelijk te herkennen:
Hieronder een korte toelichting bij a. t/m f.:
a: Indien verkeer op geen van de takken aan twee rotondestroken voorrang hoeft te verlenen is sprake van een enkelstrooksrotonde of rotonde met bypasses. De twee rijstroken waaraan voorrang moet worden verleend zien er als één geheel uit, dus geen breed gedeelte ertussen waar een auto zou kunnen wachten.
b: Voorrang moeten verlenen aan verkeer op drie rijstroken is ingewikkeld en voor veel weggebruikers niet meer te overzien. Daarom worden bij dergelijke grote rotondes verkeerslichten geplaatst. Bij een turborotonde wordt aan verkeer op maximaal twee rijstroken voorrang verleend.
c: Het verhoogde bandje zorgt ervoor dat iedereen een eigen rijstrook heeft en niet meer wisselt op de rotonde. Snij- en weefconflicten zijn daardoor verleden tijd. Helaas is een rondje rijden op de turborotonde niet meer uit alle richtingen mogelijk.
d: Auto’s worden geleidelijk via spiraalbelijning van binnen naar de buiten gebracht waardoor afsnijden van anderen niet meer kan voorkomen. De soepele rijlijn tussen de verhoogde bandjes leidt tot een maximum snelheid op de turborotonde van tussen 35 en 40 km/h.
e: Dubbele afrijstroken zijn nodig voor een hoge capaciteit. Soms kunnen ze vervallen omdat rechtdoorgaand verkeer beperkt is en is één afrijstrook voldoende. Voor de fietsers is dat gunstig omdat de oversteek wordt beperkt tot één rijstrook per keer en de beslissing over te steken wordt vereenvoudigd.
f: Bij elke tak moet de weggebruiker op de buitenste rijstrook kunnen kiezen om de turborotonde te verlaten of door te rijden. Verkeer op de binnenste rijstrook kan bij het volgende segment deze keuze maken.
Uit deze eisen blijkt dat de weggebruiker vóór de turborotonde de juiste rijstrook moet kiezen om rechtsaf, rechtdoor of linksaf te rijden. Dit noodzakelijke gedrag is gelijk aan kruispunten met verkeerslichten waar ook moet worden voorgesorteerd. Natuurlijk is er een groot verschil met enkelstrooks- of tweestrooksrotondes. Bij deze twee wordt de keuze pas op de rotonde gemaakt. Dit is voor verkeersdeelnemers bij turborotondes vaak even wennen. Lees hier hoe je op een turborotonde moet rijden.
De belangrijkste elementen van een turborotonde zijn gemakkelijk te herkennen:
- verkeersborden en bewegwijzering vóór de rotonde wijzen op meerdere rijstroken
- de opstaande randjes op de turborotonde zorgt dat je op je eigen rijstrook blijft
- de extra rijstrook die in het middeneiland begint - veelal via een ronde hoek, maar volgens de nieuwe ontwerpeisen met een rechte binnenhoek (zie ook de afbeelding)
- overrijdbare betonnen blokken (basalton blokken) zodat de berm niet kapot wordt gereden