In Nederland weet iedereen wel mee te praten over het verkeer. Iedereen is verkeersdeelnemer en daarme 'ervaringsdeskundige'. Dat is prima en elke dag leren we met elkaar ons beter en weer iets veiliger te verplaatsen in het verkeer. Meer ervaring betekent ook dat we met elkaar beter kunnen reageren en daarmee samen een hogere verkeersveiligheid bereiken. Maar er is meer. Hieronder enkele vragen: - Hoe zorgen we ervoor dat we elkaar niet nóg meer in de weg zitten dan vaak nu al het geval is tijdens de spitsuren? - Hoe zorgen we ervoor dat het wegennet, de kruispunten en het openbaar vervoer voorbereid zijn om de toekomstige verkeersstromen te verwerken? - Hoe zorgen we ervoor dat bij economische centra voldoende parkeerplaatsen zijn, en ook bij iedereen thuis en op het werk? - Hoe zorgen we dat het milieu niet verder wordt aangetast en de overlast wordt beprekt voor mensen die rustig willen wonen zonder geluidhinder en stank? - Hoe zorgen we dat het hele systeem betaalbaar blijft zodat beheer en onderhoud gepleegd kunnen worden?
Hoe zorgen we daar allemaal voor? Niet iedereen weet op deze vragen de antwoorden te geven.
Verkeerkunde - een vak apart!
De behoefte van mensen om zich te verplaatsen van A naar B levert een rit of reis op. Ook het verslepen van goederen levert verplaatsingen op. Maar waarom verplaatsen mensen zich eigenlijk? Het kost toch tijd en geld? De behoefte tot verplaatsen is een rekensom van kosten en baten, van voor- en nadelen. Als de weegschaal naar de voordeel-kant doorslaat, dan gaan mensen op pad; in alle landen en alle werelddelen. De gemiddelde reistijd ligt wereldwijd op 1,1 uur per persoon per dag, ongeacht het land, economische situatie, sociale omstandigheden of andere factoren. Dit is door de jaren heen een constante reistijd; alleen door het gekozen vervoermiddel kan de ene in die tijd verder komen dan de ander. Te voet, per fiets, auto of trein leggen we verschillende afstanden af. Het totaalplaatje wordt de mobiliteit genoemd; van één persoon of van een hele maatschappij.
Knelpunten zijn (en blijven) er altijd wel. Mensen wijzigen nogal eens van werk of woning waardoor opnieuw wordt nagedacht over de beste vervoerwijze. De voor- en nadelen worden weer opnieuw afgewogen. Ook wijzigen mensen nog wel eens van route vanwege files of omdat de ervaren reistijd op het alternatief toch korter lijkt. Daardoor wijzigen de verkeersstromen, de intensiteiten, de verkeersintensiteit op de richtingen op een kruispunt en de bezetting van de bus. Aanpassingen zijn frequent nodig: in de afstelling van de verkeerslichten tot aanleg van extra rijstroken of fietspaden.
Verkeerskundigen kunnen goed rekenen en alternatieven en varianten onderling afwegen. De beste oplossing van een knelpunt of probleem wordt geselecteerd op basis van criteria, plussen en minnen, kosten van het ontwerp en het oplossend vermogen. Daarmee houden verkeerskundigen rekening met de omgeving, de stedenbouw, het landschap, met maatregelen om negatieve effecten te compenseren of teniet te doen én met de mening van politiek en burger. Inspraak, presentaties, omgevingsmanagement, voorlichting en overleg. Allemaal ingrediënten voor een dagelijkse interessante verkeerspraktijk.