Verkeersveiligheid ligt na aan ons hart

Picture
Geen goed ontwerp levert verwarring op.
In Nederland vinden jaarlijks vele ongevallen in het verkeer plaats. Velen met alleen materiële schade, maar zeer zeker ook ongevallen met een ernstige afloop zoals met doden en ziekenhuisgewonden of lichtgewonden. Dat zijn er jaarlijks ongeveer 23.000. In 2009 vielen ±750 doden, 4400 zwaar gewonden en 18.000 licht gewonden te betreuren. Via de website van SWOV zijn alle cijfers per jaar en per kenmerk terug te vinden.
Niemand wil betrokken worden bij een ongeval. Toch vinden ze plaats. Wat de oorzaken zijn van ongevallen is zeer divers. Studies wijzen uit dat in 90% van de gevallen de menselijke factor een belangrijke oorzaak is.

Fouten in de infrastructuur of aan het voertuig zijn in de overige gevallen als oorzaak aan te wijzen. Toch is de laatste 15 jaar veel bereikt met aanpassingen in de infrastructuur en het voertuig; allemaal om de mens te helpen én te dwingen zich veilig te gedragen. Denk aan de realisatie van rotondes, 30-zones, 60-zones en een weginrichting die beter herkent wordt. Denk ook aan bescherming door de verplichting van de valhelm, kreukelzones en airbags in auto's, ABS of reflectoren op de fiets. Daarnaast is veel bereikt door snelheidshandhaving, alcoholpreventie, de APK-keuring en het bekeuren van mobiel bellen achter het stuur. Lees de vele maatregelen hier.

De verbetering van de verkeersveiligheid ligt daarmee op vier terreinen:
- de infrastructuur
- het voertuig
- het gedrag van de mens
- handhaving door politie

Toepassing in mijn werk

In mijn werk als verkeerskundige tracht ik vooral de infrastructuur te verbeteren door in de ontwerpfase na te gaan of verbeteringen zijn door te voeren die de verkeersveiligheid vergroten. Dat doe ik o.a. via verkeersveiligheidsaudits. Daarbij let ik vooral op het gedrag dat de gewone weggebruiker zal gaan tonen: is het voor hem/haar duidelijk welk gedrag verwacht wordt op de (vernieuwde) infrastructuur, raakt hij/zij niet in verwarring door borden of bewegwijzering, kan hij/zij de bocht goed overzien, etc.